Menno ter Braak – In gesprek met de vorigen (1938)

Al tijdens mijn studiejaren ben ik, zo mag je rustig zeggen, een “fan” van Ter Braak geworden. Ik ben het lang niet altijd eens met het soms eenzijdige ventisme en zijn soms al te Droogstoppelachtige kijk op poëzie. Zijn essays zijn echter grandioos en zijn cultuurkritiek scherp.  Politicus zonder partij heb ik werkelijk verslonden, zo gecharmeerd was ik van het speelse proza.

Zijn allergie voor grote woorden met veronderstelde diepzinnigheid en zijn nuchtere relativisme deel ik. Zijn pleidooi voor de menselijke waardigheid heeft voor mij nog steeds betekenis, al hadden we in de jaren negentig, toen ik Ter Braak voor het eerst las, de heropleving van populisme en fascisme niet voorzien. Dat ik zelf een andere poëticale opvatting heb en mogelijk (in de woorden van Ter Braak) een “sierdichter” en enigszins een “vormaanbidder” genoemd kan worden, dat heeft mijn bewondering nooit in de weg gestaan.

Lees verder

De kleurrijke Voltaire

Een aantal van de werken van Voltaire is de afgelopen jaren in vertaling verschenen bij uitgeverij Van Gennep in kleurrijke omslagen. Jammer genoeg is niet elk deel ingebonden. Het lezen van de paperbacks moet je heel voorzichtig doen om de leesvouwen, die de rug zo’n craquelé aanblik verschaffen, te voorkomen.

Onlangs kwamen deze delen in de ramsj, gelegenheid om ze meteen allemaal aan te schaffen.

Besproken boeken

Voltaire, Briefwisseling met Catharina de Grote 1763-1778. Vertaald uit het Frans door J.M. Vermeer-Pardoen, Van Gennep, Amsterdam, 2010. 1e druk – gebonden, 381p.

Voltaire, Briefwisseling met Frederik de Grote 1736-1778. Vertaald uit het Frans door J.M. Vermeer-Pardoen, Van Gennep, Amsterdam, 2007. 1e druk – gebonden, 1021p.

Voltaire, De onwetende wijsgeer. Een keuze uit het mengelwerk. Vertaald uit het Frans door J.M. Vermeer-Pardoen, Van Gennep, Amsterdam, 2008. 1e druk – gebonden, 475p.

Voltaire, Filosofische vertellingen. Vertaald uit het Frans door J.M. Vermeer-Pardoen, Van Gennep, Amsterdam, 2007. 2e druk – paperback, 701p.

Voltaire, Filosofisch woordenboek – of De Rede op alfabet. Vertaald uit het Frans door J.M. Vermeer-Pardoen, Van Gennep, Amsterdam, 2007. 3e druk – paperback, 597p.

Elias Canetti & het oude Europa

De behouden tong (Die gerettete Zunge) is het eerste deel van de jeugdherinneringen van Elias Canetti (1905-1994), beslaat de periode tot 1921 en leest als een roman. De spanning wordt opgebouwd door de innige maar problematische verhouding van de ik-verteller en zijn moeder, die leidt tot een dramatisch hoogtepunt. Ook secundaire personages worden in schetsvorm heel aardig uitgewerkt. Er wordt veel couleur locale geleverd door de verschillende geografische en culturele gebieden waarin de personages zich bewegen. Er wordt nogal wat gereisd en verhuisd, en dat door heel Europa heen. Wie Canetti leest, proeft (het oude) Europa.

Elias Canetti - De behouden tong

De ik-verteller wordt geboren in Roestsjoek, in het noorden van Bulgarije, dichtbij de Roemeense grens, waar vele nationaliteiten naast elkaar wonen. Zijn familie is van “Spanjools”-joodse afkomst (een paar honderd jaar eerder), men spreekt binnen de familie en soortgenoten nog steeds een archaïsche vorm van het Spaans. Met de locals (zoals de jonge dienstertjes) spreekt de jonge Canetti Bulgaars, een taal die hij later geheel kwijtraakt.

Als het gezin naar Manchester verhuisd is, spreken de gezinsleden Engels onderling, behalve wanneer de ouders iets te bespreken hebben dat niet voor kinderoren bestemd is; dan schakelen zij over in de taal van hun liefde, het Duits (vanwege hun gezamenlijke Weense schooltijd). De vader overlijdt jong. Het gezin woont dan achtereenvolgens in Wenen en Zürich en bezoekt tussendoor de oude familiewoonplaats in Bulgarije. De verteller wordt op een ruwe, bijna nietsontziende, maar zeer effectieve manier door de dominante moeder het Duits bijgebracht. Het is dit pan-Europese element, verteld op een schitterende wijze, waaraan deze memoires inhoudelijk hun aantrekkelijkheid ontlenen.

Lees verder

Patserig maar charmant: Bonita Avenue

Met Bonita Avenue heeft Peter Buwalda een boek geschreven dat meeslepend is en veel vaart heeft. Dat is de kracht maar tegelijk ook de zwakte van het boek. Met behulp van per hoofdstuk wisselende vertellers en bijbehorend perspectief, voortdurende verspringingen in de tijd (waardoor de spanning wordt opgevoerd), variatie in manier van vertellen (hij-vorm versus ik-vorm) en spectaculaire gebeurtenissen (politiek, porno en psychose) krijgen we als lezer een kaleidoscoop voor ogen, waaraan voortdurend wordt gedraaid. Dat maakt het verhaal veelkleurig en levendig.

Het vlotte taalgebruik helpt daarbij zeker. Maar daar wringt tegelijk ook de schoen. Buwalda houdt van taal, zoveel is duidelijk, en weet deze ook vaardig te hanteren. Dat ontaardt helaas regelmatig in een opeenstapeling van “leuk gevonden” formuleringen, vergezochte taalgrappen, spectaculaire situaties en het overmatig gebruik van hyperbolen in de uitingen van zijn personages. Het is spierballenproza van het type waar ook Zwagerman zich graag aan overgeeft (vandaar dat deze ook tijdens Manuscripta laaiend enthousiast dit boek aanwees als favoriet voor de NS Publieksprijs). Lees verder

On Books and the Housing of Them

Op Gutenberg.org is een boekje van William Gladstone (de bekende liberale Britse staatsman die leefde van 1809-1898) te lezen, dat om meerdere redenen door elke boekenliefhebber gelezen zou moeten worden. Het boekje heet On Books and the Housing of Them.

Grappig is bijvoorbeeld dat we nu in digitale vorm, in een e-book (!), dat in de werkelijke wereld nauwelijks fysieke ruimte inneemt, lezen over het probleem dat er steeds meer boeken bijkomen: op dat moment enkele tienduizenden per jaar in de Engelse taal (Bodleian: 20.000, British Library: 40.000), en dat ook die groei steeds groter zal worden. Lees verder

De liefde in reeksen

Ik verzamel niet alleen boeken, maar ook boekenreeksen. Wat drijft iemand specifiek hiertoe? Is het verzamelen van reeksen niet verzamelen in het kwadraat? Wordt de psychologische behoefte aan een hogere orde hier nog duidelijker zichtbaar? Een reeks of serie leent zich bij uitstek voor een gevoel van afronding, compleetheid, heelheid zelfs – mogelijk als contragewicht voor de niet vatten chaotische wereld om ons heen. Een diepe grond van verzamelen wordt, denk ik (maar ik ben geen psycholoog), gevormd door de behoefte om de wereld om je heen beheersbaar en hanteerbaar te maken, orde te scheppen. Een verzameling is an sich al meer dan de optelsom van de losse stukken – bij reeksen treedt dat nog sterker naar voren.

Slimme uitgevers weten dat. Geen pijnlijker aanblik dan een genummerde reeks, waaraan één deel ontbreekt – we naderen compleetheid, perfectie, maar nét dat laatste ontbreekt, dat moet verworven worden. Geen schonere aanblik dan een reeks mooi uitgegeven boeken.

Voor veel mensen die ik ken zijn dat bijvoorbeeld de boeken uit de zogenaamde Privé Domein reeks van De Arbeiderspers, waarin met name (auto)biografische teksten en brieven van schrijvers, dichters, filosofen en kunstenaars zijn te vinden. Zelf weersta ik deze verleiding enigszins. Wat daarbij helpt is, dat het (1) geen gebonden boeken zijn, (2) de ruggen soms wel erg gauw vergelen en (3) ik in het algemeen niet veel opheb met ego-documenten. Tegen dit laatste principe zondig ik overigens regelmatig, zeker als het gaat om Canetti, of Ter Braak en Du Perron.

Lees verder

“Beter kan ik even niet” – over Kees Fens

Sommige mensen kun je echt missen omdat ze er niet meer zijn. Kees Fens hoort daar bij. Ook als je hem voor zijn overlijden in 2008 al ruim tien jaar niet meer persoonlijk had ontmoet. Gelukkig kwam hij nog vaak genoeg op televisie. Zijn enthousiasme en vermogen tot bewonderen heeft hij overgedragen op een hele generaties studenten en lezers (die in bredere zin als zijn studenten kunnen worden gezien).

Zelf koesterde hij als lezer zijn eigen leermeesters, die hij als autodidact vooral in boeken terugvond. Kees Fens heeft geen “school gemaakt” in de klassieke zin van het woord. Daarvoor was hij te weinig theoreticus en te zeer een liefhebber van de praktijk. Te breed georiënteerd ook. Wel heeft hij een aantal mensen ongeneeslijk besmet met liefde voor poëzie in het algemeen en voor het werk van dichters als Leopold, Nijhoff, Achterberg, Kouwenaar en Faverey in het bijzonder.

Lees verder

“De vensters krijgen ogen in het grijze” ~ Gerrit Achterberg

Door langdurige en intieme omgang ga je van een dichter en zijn werk houden. Dat is goed te zien aan mijn exemplaar van de Verzamelde gedichten van Gerrit Achterberg, dat inmiddels door het vele meeslepen en lezen wat sleets is geworden. Het stofomslag hangt er een beetje los omheen en is aan alle kanten beschadigd, er staat een enkele potloodaantekening in. Dit exemplaar is deel van mijn leven, en de gedichten hebben een ereplaats. Ik kon dan ook niet de verleiding weerstaan om kort achter elkaar twee redelijk nieuwe uitgaven van Achterberg in de ramsj te kopen.

Ten eerste de prachtuitgave van Alle gedichten, twee banden in cassette. Met in deel 1 de Verzamelde gedichten, en in deel 2 de Nagelaten gedichten. Daarnaast de speciale uitgave van een van Achterbergs bundels, Spel van de wilde jacht, voorzien van tekeningen van Jan Kuiper, eveneens een juweeltje voor het oog.

Lees verder

Vader God of papa aap? ~ Over God en Darwin

Wat we omtrent het “hogere” aan intuïties hebben, behoort tot het domein van religie, de filosofie en de taal, die een waarde op zichzelf vormen. Dit niet-wetenschappelijke “kennen” gaat niet om hoe de wereld is (en hoe haar fysieke werkingen zijn), maar om hoe de wereld zou moeten zijn (“ought to be”), hoe je een goed leven leidt en waarom bepaalde kunstwerken van groot belang zijn. Eigenlijk was ik daar wel een beetje uit voor mezelf, maar heb ik dat nooit op een duidelijke manier op een rijtje gezet of opgeschreven.

Hoopvol begon ik dan ook aan het boekje God en Darwin (en meteen valt het gebruik op van het voegwoord “en” in plaats van “of”) van de toch wel eminente evolutiebioloog Stephen Jay Gould. Hij verdedigt het standpunt dat religie en natuurwetenschap eigen, niet-overlappende magisteria (zeg maar “vakken”) zijn, afgekort NOMA, die naast elkaar kunnen en moeten bestaan, zonder met elkaar op voet van oorlog te leven. Lees verder

Heb je ze ook allemaal gelezen?

Die vraag krijg ik als boekenliefhebber en verzamelaar regelmatig als mensen voor de eerste keer bij ons over de vloer komen of kennis nemen van mijn afwijking om gebonden papier te stapelen. Wat ik daarop antwoord? Dat verschilt per keer, afhankelijk van mijn stemming. Ik heb eerlijke antwoorden voorhanden en recalcitrante antwoorden. Lees verder