Ik die niets toevoegde ~ Hans Faverey

De poëzie van Hans Faverey (1933-1990) is veelal bekend, of misschien wel berucht, om haar veronderstelde moeilijkheid. Ze zou moeilijk toegankelijk zijn – een oordeel dat vooral is gebaseerd op de twee eerste bundels. Er zou iets “procesmatigs” gebeuren in veel gedichten. Het zou allemaal gaan over de dynamiek van verschijnen en verdwijnen, het bezweren van de dood. Men heeft wel het “(auto)reflexieve” karakter van de gedichten gehekeld, het vele gebruik van het wederkerend voornaamwoord “zich”. Deze karakteriseringen zijn grotendeels waar, maar ze doen de poëzie van Faverey ook tekort. Zoals meestal bij poëzie vervalt een thematische aanpak al snel in trivialiteiten: het gaat over de dood en zo. Ons rest maar één weg: terug naar het gedicht.

Zeven jaar na de uitgave van zijn Verzamelde gedichten (1993) verscheen nog een bundeling van nagelaten gedichten onder de sprekende titel Springvossen (2000). Zeven jaar daarna kocht ik de bundel in de ramsj, en nóg eens zeven jaar later vond ik het tijd voor een grondigere lezing van deze gedichten.

Lees verder

Ambo Klassiek – een bibliografie

Een van de mooiste literaire reeksen – helaas verschijnen er geen nieuwe delen meer – is wel Ambo Klassiek. In de reeks werden literaire en filosofische klassiekers uitgegeven, veelal vertaald uit het Latijn of Grieks, soms uit het (oud-)Frans of (oud- of middelhoog-)Duits. De meeste titels omvatten de periode die wel als “de Oudheid” wordt aangeduid, enkele titels zijn uit de Middeleeuwen en er is een enkele uitschieter naar de Renaissance of later (Leopardi, Goethe). De meeste delen hebben de kenmerkende rode omslagen, waarvan sommige heel snel verkleuren. Enkele delen hebben een donkergroen stofomslag of een geïllustreerd omslag. De meeste titels zijn gebonden, een enkele titel is paperback.

Hieronder een poging een zo volledig mogelijke bibliografie te geven; het huidige overzicht omvat 108 titels. Er zijn enige doublures met de Baskerville Serie van Athenaeum-Polak & Van Gennep, omdat beide uitgevers een bepaalde titel/vertaling hebben gepubliceerd. Aanvullingen en correcties zijn welkom.

Verantwoording

In deze bibliografie zijn alle (bekende) titels opgenomen van de reeks Ambo-Klassiek, gesorteerd op auteursnaam en vervolgens titel. De bloemlezingen en bibliografieën in deze reeks zijn onderaan in een aparte sectie genoemd. Alleen de eerste druk wordt vermeldt, tenzij latere drukken herzien of uitgebreid zijn.

Omdat er slechts enkele titels niet als gebonden uitgave zijn verschenen, wordt voor die delen de paperback-uitgave beschreven.

De lijst

(Homerus), Kikvorsenmuizenstrijd. vertaald uit het Grieks door Jaap M. Hemelrijk, Ambo, Baarn, 1991. 1e druk – gebonden, 31p.

Lees verder

“Beetren zijn heengegaan, en met een minder deel” – J.C. Bloem

Denkend aan gedichten van Bloem, moet ik aan de herfst denken. Neerslachtigheid, verveling en gefrustreerd verlangen voeren de boventoon. De dichter moeten we echter niet op zijn woord geloven, althans niet op de woorden die de boventoon voeren. Laten we Bloem eens tegendraads lezen!

Het regent en het is november [102]*. Ik ken eigenlijk geen dichtregel die het herfstgevoel zo kernachtig uitdrukt. Hier zit alles in. Of denk aan de “blaren” die in de gele grachten vallen, “Weer keert het najaar en het najaarsweer” [87]. Je hoeft de verzamelde gedichten van J.C. Bloem (1887-1966) maar op een willekeurige pagina open te slaan of de herfst komt je in geuren en kleuren tegemoet.

* De nummers tussen vierkante haken [ ] verwijzen naar J.C. Bloem, Gedichten. Deel 1: teksten (ed. A.L. Sötemann en H.T.M. van Vliet), 1979.

Maar er staat méér dan er staat. De gedichten van Bloem zijn helemaal niet zo eenduidig herfstig als dat je op het eerste gezicht zou denken.

Lees verder