Boeken als de Bijbel of de Tao-Teh-Tjing moet je eerst honderd keer lezen, en dan snap je er iets van, aldus Prof. H. van Praag in Acht wegen der mystiek. Op niets lijkt dit zo van toepassing als op de gedichten van Gerrit Kouwenaar.
Honderd keer lezen lijkt wat veel, maar voor sommige teksten is het niet genoeg. Zeker een geconcentreerde tekstvorm als poëzie vraagt om gerichte aandacht, en herhaald herlezen. Bij poëzie die zich niet meteen blootgeeft, zoals bijvoorbeeld de gedichten van symbolisten als Rimbaud en bij ons Leopold, maar ook de Vijftigers, Lucebert en Kouwenaar, loont het om er tijd en moeite in te stoppen. Door het herhaald lezen en (her)interpreteren doorloop je als lezer de hermeneutische cirkel: via de delen begrijpen we het geheel beter en vanuit het geheel de delen.
Lees verder