Verlokkende catalogi & folders

Sommige uitgevers geven niet alleen maar mooie boeken(reeksen) uit, maar ook mooie catalogi en folders over die boeken(reeksen). Een aantal van deze zijn het bewaren waard.

Mijn verzamelwoede is vrij exclusief gericht op boeken. Met enige verbazing kijk ik soms naar andere bibliofielen, die ook allerlei randverschijnselen verzamelen, zoals parafernalia van schrijvers (van teennagels tot en met gedragen kleding), t-shirts met gedichten, postzegels van schrijvers of boeken, objecten in de vorm van een boek, boekenleggers, boekensteunen in de meest bizarre vormen, et cetera.

Ik heb daarop één uitzondering: ephemera, veelal promotiemateriaal, oftewel: catalogi, folders, prospectussen, uitgeverskaartjes. Ja, het is weer papier, en vaak zijn het ook weer kleine boekjes. Daarvoor heb ik dan toch weer een zwak.

Lees verder

Livingstone – Explorations (1869)

In 1869 verscheen een Franse vertaling van het verslag van Livingstone over zijn reizen in zuidelijk Afrika. Met prachtige prenten en kaart.

David & Charles Livingstone, Explorations dans l’Afrique australe. Et dans le bassin zu Zambèse depuis 1840 jusqu’a 1864. Ouvrage traduit de l’anglais par Mme Henriette Loreau, abrégé par L. Belin-De Launay, Librairie de L. Hachette, Paris, 1869. 2e druk – gebonden, XX+339p. – [Bibliothèque Rose Illustrée]. – Contenant une carte et 20 gravures sur bois.

In de Bibliotheca Habetsiana sinds: 14 maart 1998.
Lees verder

Brieven van P.C. Hooft

Eerder dit jaar mocht ik de mooie uitgave uit 1671 van P.C. Hooft Werken aan mijn bibliotheek toevoegen. Onlangs kreeg ik de kans om een vergelijkbaar mooie uitgave uit 1738 van diens Brieven te kopen bij hetzelfde antiquariaat, De Zilveren Eeuw te Zwolle.

Binnenwerk & typografie

De uitgave is samengesteld door Balthazar Huydecoper, een letterkundige, taalkundige en historicus, onder andere bekend vanwege zijn Proeve van Taal- en Dichtkunde (1730). Het boek werd uitgegeven in 1738 bij Adriaan Wor en de “Erve G. onder de Linden”, te Amsterdam. De titelpagina laat een mooie tweekleurendruk zien en een vignet (waarover dadelijk meer).

Lees verder

Gouden Reeks – een bibliografie

Kloeke delen zijn het, een beetje pompeus bijna, een indruk die misschien nog wel versterkt wordt door de goudkleurige omslagen en de kartonnen luxe, geïllustreerde cassette eromheen. Ik heb dan ook even getwijfeld voordat ik deze reeks ging verzamelen, maar uiteindelijk vind ik ze toch erg fraai.

Sommige delen bevatten illustraties van bijvoorbeeld Gustave Doré. De beschermende cassette is bij alle delen fraai geïllustreerd, waardoor je de boeken ook andersom in de kast kunt zetten, zoals hierboven te zien is.

Er is enige overlap met de titels uit de andere paradepaardjes van uitgeverij Athenaeum-Polak & Van Gennep: de Baskerville Serie, de Grote Bellettrie Serie en de nieuwere Perpetua-reeks.

Lees verder

Duisternis of praal?

Ik ken de (korte) gedichten van P.C. Hooft vrij goed, meen ik. Met name een aantal van zijn sonnetten zijn me erg dierbaar. Onlangs kocht ik een oude druk, uit 1671, van Hoofts Werken. Terwijl ik bladerde naar een van zijn bekendste sonnetten, Wanneer de vorst des lichts, op deze site eerder hier en hier besproken, stokte even mijn adem: dit gedicht ging toch anders?

Verschillende woorden zijn anders, moderner gespeld: uit der zee (i.p.v. wter zee), aanzienlijk (i.p.v. “aensienlijck”), etc. Maar ik werd vooral getroffen door breedtgespraaide pruik, dat ik me herinnerde als uytgespreide pruick (of iets in die trant), én de twee eerste regels van het sextet die drastisch anders zijn en een ander eindrijm hebben (praal-maal). Hoe zit dat?

Lees verder

Hooft in de Hanzestad

“Ga je mee, een dagje naar Zwolle?” Mijn vrouw was natuurlijk allang op de hoogte van wat ik daar ging doen, u zult het ook wel raden. Iets met een boek, of boeken. Ja, ze wilde wel mee, al was het maar om te zien waarvoor ik nu zo dringend 3 uur heen en 3 uur terug wilde gaan reizen. Het was inderdaad voor een boek, een boek van respectabele leeftijd, van een door mij geliefd Nederlands dichter: P.C. Hooft.

Wat was het geval? Ruim anderhalve week geleden bezocht ik, samen met boekenvrienden Robert Kemper Alferink en Paul Abels de boekenbeurs in de Bergkerk te Deventer. Daar stond ook Rob de Bree, van antiquariaat De Zilveren Eeuw, met mooie boeken, waaronder enkele 17e-eeuwse uitgaven van P.C. Hooft. Speciaal de editie (verzamelde) Werken uit 1671, met de 30 emblemata, sprak mij direct aan.

Lees verder

Kouwenaar als magiër en mysticus

Boeken als de Bijbel of de Tao-Teh-Tjing moet je eerst honderd keer lezen, en dan snap je er iets van, aldus Prof. H. van Praag in Acht wegen der mystiek. Op niets lijkt dit zo van toepassing als op de gedichten van Gerrit Kouwenaar.

Honderd keer lezen lijkt wat veel, maar voor sommige teksten is het niet genoeg. Zeker een geconcentreerde tekstvorm als poëzie vraagt om gerichte aandacht, en herhaald herlezen. Bij poëzie die zich niet meteen blootgeeft, zoals bijvoorbeeld de gedichten van symbolisten als Rimbaud en bij ons Leopold, maar ook de Vijftigers, Lucebert en Kouwenaar, loont het om er tijd en moeite in te stoppen. Door het herhaald lezen en (her)interpreteren doorloop je als lezer de hermeneutische cirkel: via de delen begrijpen we het geheel beter en vanuit het geheel de delen.

Lees verder

Rhijnvis Feith – Brieven

Rhijnvis Feith is bij velen vooral bekend als de schrijver van het tranentrekkende Julia en van het Oudejaarslied dat nog wel wordt gezongen in protestantse kerken (“Uren, dagen, maanden, jaren vliegen als een schaduw heen”). Maar Feith was een veelzijdig man, eigenzinnig patriot, en een voorvechter van het sentimentalisme aan het einde van de 18e eeuw. In de Brieven over verscheiden onderwerpen behandelt Feith diverse literaire en literair-theoretische onderwerpen en verdedigt hij het sentimentalisme.

Lees verder

Come sole, de vorst des lichts

In een prachtig gedicht laat de Italiaanse Renaissance-dichter Matteo Maria Boiardo het waarnemen van een indrukwekkende zonsopgang overgaan in een loflied op een mooie vrouw, die al dat schoons doet verbleken. Het is een perfect sonnet, met een opbouw en thematiek typerend voor de Renaissance. Verder deed dit gedicht denken aan een bekend sonnet uit onze eigen literatuur, van P.C. Hooft.

Matteo Maria Boiardo (1441-1494)

Voor mij ligt, in een prachtige linnen band met een sober maar mooi stofom­slag, de bundel Poesie der Welt: Renaissance Sonette, een Duitstalige bloemlezing uit de Europese Renaissance-dichtkunst. Het kan haast niet anders of de bundel begint met een afdeling Italiaanse dichters. Minstens zo vanzelfsprekend is Petrarca de eerste dichter die aan bod komt, aangezien het om sonnetten gaat.

Lees verder