Boeken uit de eerste helft van de 20e eeuw vallen vaak op door hun fraaie typografie en vooral ook de (stempel)banden. Op het moment dat ze niet heel zeldzaam zijn, zijn deze boeken voor enkele euro’s tot enkele tientjes toe te voegen aan je bibliotheek, zoals onderstaand fraaie boek over de kerkvader Augustinus.
Los van wat je standpunt is in religieuze zaken, is dit een boeiende levensbeschrijving (‘géén “heiligenleven” naar ouden trant’, aldus het ‘woord vooraf van den vertaler’), die bovendien heel fraai is uitgegeven. De taal van het boek is literair, smeuïg, sappig.
“Ik kwam te Carthago, en overal omraasde mij het gekook van misdadige minnarijen.” (p. 55)
Behalve de fraaie bandtekening bevat het boek ook mooie houtsneden van de hand van J. Franken Pzn., waarvan er hieronder enkele getoond worden (klik op de betreffende afbeelding voor een grotere weergave).
Daarnaast geeft de manier waarop de tweekleurendruk in rood en zwart is uitgewerkt het boek extra karakter, zoals hieronder te zien is aan de titelpagina.
Met veel gevoel voor detail, hoewel zonder expliciete wetenschappelijke verantwoording, roept Bertrand in bonte kleuren Augustinus en zijn wereld op. Je merkt een zeker welbehagen in de uitgebreide beschrijvingen van de Umwelt uit die tijd. Tegenstellingen worden extra dik aangezet:
“Dit boschrijke Numidië, met zijn waterstroomen, zijn prairies, waarin vette koeien grazen, verschilt zooveel ’t ook maar mogelijk is van dat andere Numidië, van Sétif, een onmetelijke desolate vlakte, met hier en daar slechts een enkel armzalig hutje op een graanveld; waar zandsteppen in eentonige op en neer deiningen uitrollen tot tegen het wazige massief der Atlas-gebergten, dat den horizon afsluit.” (p. 4)
Tussen twee haakjes: dit bloemrijke taalgebruik maakt ook nieuwsgierig naar de oorspronkelijke Franse tekst. Het boek laat zich dan ook meer als een historische avonturenroman lezen, allerlei retorische strategieën worden ingezet om het spannender te maken. Het doet me denken aan de geschiedenisboeken van vroeger voor de jeugd, waarin het verleden als een spannend verhaal werd verteld.