Ik kom in dat gesprek niet voor

Ik moet bekennen dat ik het werk van Ed Leeflang niet echt kende, hooguit hier en daar een gedicht gelezen, geen specifieke indruk aan overgehouden. Al bladerend in de bundel Late zwemmer (1992) stuitte ik op het titelgedicht en dat intrigeerde mij wel.

Het lijkt een simpel verhaaltje: de ik drijft in de zee en laat zich bewegen door de deining van de golfslag, “flauw watertrappend en niet moe”, wat ook een associatie met (ouderwetse) zwemexamens oproept. De deining is “hoog en sloom, / waarop wat vogels stijgen en verdwijnen”. Het “wat” maakt de zin nog nonchalanter: het aantal vogels doet er niet toe, ze drijven maar wat. Verderop in het gedicht is er sprake van schouderophalen en onverschilligheid, wat qua betekenisveld aansluit op deze ontspannen nonchalance (maar daarover zo meteen meer).

De regelmaat van het  “stijgen en verdwijnen” komt overeen met het rijzen en dalen van de golven in de zee, en wordt in de assonantie en het metrum van deze regel als het ware geïconiseerd.

Lees verder

“Eene voorstelling naar het leven”

Zoals regelmatige lezers van dit blog weten, laat ik mij niet snel afschrikken door wat onbekend of inmiddels vergeten lijkt. Eind 19e eeuw hebben de Tachtigers grondig afgerekend met wat in de volksmond wel is aangeduid met “domineespoëzie”, die gekenmerkt zou zijn door braafheid en beuzelarij, met God, vaderland en gezin als leidmotieven. Het proza zou vooral oubollig zijn, met zijn licht humoristisch (bedoeld) realisme. De afgelopen decennia hebben diverse onderzoekers en enthousiastelingen geprobeerd dit beeld bij te stellen, maar een dergelijk frame is vaak nogal hardnekkig.

Het dilemma van de lezer/bibliofiel

En laten we eerlijk zijn: wie leest nog regelmatig een boek van Jacob van Lennep, C. van Nievelt of mevr. Bosboom-Toussaint? Wie smult er nog van de gedichten van J.J.L. ten Kate, Jan Frederik Helmers, A.J. de Bull, of Hendrik Tollens? Wat er vaak van is overgebleven, is omhulsel in de letterlijke zin: fraaie 19e-eeuwse bandjes, meer curiosum dan dat ze onze literaire smaakpapillen prikkelen. De vraag naar deze deeltjes is relatief gering en ondanks de ouderdom zijn de prijzen online vrij bescheiden, behalve voor enkele heel schaarse uitgaven.

Lees verder