Nu stelt het puick van zoete kelen

Het jaar 1937 was het 350-ste geboortejaar van Joost van den Vondel. Bovendien was Gysbrecht van Aemstel, een van zijn bekendste werken, precies 300 jaar oud. De grote Vondel-herdenking werd dat jaar gevierd met tal van uitgaven van zijn werken, waaronder de 10 kloeke delen van De werken van Vondel (uitgegeven tussen 1927 en 1937).

Ik realiseer me dat mijn uitgebreide kennismaking met Vondel (en overigens ook Hooft en Huygens) met name te danken was aan de uitstekende lessen aan het Henric van Veldekecollege te Maastricht. Naast de bekendste (kleinere) gedichten van Vondel hebben we destijds in de klas (vwo 5) ook Gysbrecht van Aemstel integraal gelezen.

Lees verder

De onverschrokken adelaar

Twee dichters over Leopold, die Cheops schiep

Dichters schrijven en dichten vaak over het dichten en over andere dichters. Zo schreef Ida Gerhardt verscheidene gedichten over haar leermeester, de grote dichter J.H. Leopold. Drie daarvan verschenen in de bundel De Hovenier uit 1961. Deze gedichten bieden een interessante blik op het dichterschap van beiden, en roepen bovendien een gedicht van H. Marsman over Leopold in herinnering. Het gedicht van Marsman is in deze beschouwing het vertrekpunt. Vervolgens komen drie gedichten van Gerhardt uitvoerig aan de orde, waarin duidelijk overeenkomsten zijn te vinden met woorden en beelden die Marsman gebruikt.

Aan het einde van dit artikel toets ik mijn interpretatieve bevindingen aan die van anderen. Met name J.D.F. van Halsema heeft uitvoerig geschreven over “J.H. Leopold bij Ida Gerhardt” (Van Halsema 2002). Deze heb ik gebruikt als proef op de som voor mijn eigen interpretatie. Daaruit moet blijken in hoeverre interpretaties die los van elkaar ontstaan, intersubjectief zijn en tot gedeelde conclusies komen.

Lees verder