Alsof ik ze innerlijk zoen

Ik had van Vroman al een bundeling Gedichten 1946-1984, en ik begreep al snel dat deze bundel uit 2011 daar niet in zou staan. Daar wilde ik  meer van weten, hoewel ik nog niet veel gedichten van Vroman had gelezen, maar deze bundel was weer te uitnodigend om te laten liggen.

Normaliter ben ik niet zo’n liefhebber van “praterige” gedichten. Parlando-poëzie ontaardt nogal eens tot overdreven “gewoondoenerij”, het doe-maar-normaal van de dichtkunst, met als reden dat dat al bijzonder genoeg zou zijn. Gelukkig is bij Vroman de nuchtere toon bedrieglijk, er gebeuren wel degelijk bijzondere dingen, zowel in het verhaal als de taal van het gedicht:

Het eten heeft minstens twee kanten,
wat wij er ook mee doen.
Ik kauw op gekookte planten
alsof ik ze innerlijk zoen. (p.14)

Venetiaanse sonnetten

De sonnetten van August von Platen zijn op aangename wijze klassiek: soepel, elegant, waardoor elke regel een statement in zich bergt dat op een bepaalde manier als “onweerlegbaar” kan gelden. In de vertaling van Paul Claes blijft dat gevoelen grotendeels overeind – en voor de rijmwoorden is het prettig dat Duits en Nederlands relatief verwant zijn.

Lees verder

Op de rug gezien – De Fransen hebben ongelijk

Je kunt er lang over discussiëren wat de juiste tekstrichting op de rug van een boek is. Allereerst, en dat zie je bij dikkere (vooral ook oudere) boeken nog wel eens: horizontaal – gezien vanuit het perspectief dat een boek rechtop staat. Een beetje zichzelf respecterende bibliotheek heeft alle – of althans zoveel mogelijk – boeken rechtop staan.

Als de titel verticaal op de rug is geprint, dan zijn er twee mogelijkheden: van boven naar beneden (kortweg BoBe) of van beneden naar boven (BeBo). Nederlandstalige en Engelstalige werken volgen bijna altijd BoBe, Fransen bijna altijd BeBo. 

Lees verder