De kleurrijke Voltaire

Een aantal van de werken van Voltaire is de afgelopen jaren in vertaling verschenen bij uitgeverij Van Gennep in kleurrijke omslagen. Jammer genoeg is niet elk deel ingebonden. Het lezen van de paperbacks moet je heel voorzichtig doen om de leesvouwen, die de rug zo’n craquelé aanblik verschaffen, te voorkomen.

Onlangs kwamen deze delen in de ramsj, gelegenheid om ze meteen allemaal aan te schaffen.

Besproken boeken

Voltaire, Briefwisseling met Catharina de Grote 1763-1778. Vertaald uit het Frans door J.M. Vermeer-Pardoen, Van Gennep, Amsterdam, 2010. 1e druk – gebonden, 381p.

Voltaire, Briefwisseling met Frederik de Grote 1736-1778. Vertaald uit het Frans door J.M. Vermeer-Pardoen, Van Gennep, Amsterdam, 2007. 1e druk – gebonden, 1021p.

Voltaire, De onwetende wijsgeer. Een keuze uit het mengelwerk. Vertaald uit het Frans door J.M. Vermeer-Pardoen, Van Gennep, Amsterdam, 2008. 1e druk – gebonden, 475p.

Voltaire, Filosofische vertellingen. Vertaald uit het Frans door J.M. Vermeer-Pardoen, Van Gennep, Amsterdam, 2007. 2e druk – paperback, 701p.

Voltaire, Filosofisch woordenboek – of De Rede op alfabet. Vertaald uit het Frans door J.M. Vermeer-Pardoen, Van Gennep, Amsterdam, 2007. 3e druk – paperback, 597p.

Elias Canetti & het oude Europa

De behouden tong (Die gerettete Zunge) is het eerste deel van de jeugdherinneringen van Elias Canetti (1905-1994), beslaat de periode tot 1921 en leest als een roman. De spanning wordt opgebouwd door de innige maar problematische verhouding van de ik-verteller en zijn moeder, die leidt tot een dramatisch hoogtepunt. Ook secundaire personages worden in schetsvorm heel aardig uitgewerkt. Er wordt veel couleur locale geleverd door de verschillende geografische en culturele gebieden waarin de personages zich bewegen. Er wordt nogal wat gereisd en verhuisd, en dat door heel Europa heen. Wie Canetti leest, proeft (het oude) Europa.

Elias Canetti - De behouden tong

De ik-verteller wordt geboren in Roestsjoek, in het noorden van Bulgarije, dichtbij de Roemeense grens, waar vele nationaliteiten naast elkaar wonen. Zijn familie is van “Spanjools”-joodse afkomst (een paar honderd jaar eerder), men spreekt binnen de familie en soortgenoten nog steeds een archaïsche vorm van het Spaans. Met de locals (zoals de jonge dienstertjes) spreekt de jonge Canetti Bulgaars, een taal die hij later geheel kwijtraakt.

Als het gezin naar Manchester verhuisd is, spreken de gezinsleden Engels onderling, behalve wanneer de ouders iets te bespreken hebben dat niet voor kinderoren bestemd is; dan schakelen zij over in de taal van hun liefde, het Duits (vanwege hun gezamenlijke Weense schooltijd). De vader overlijdt jong. Het gezin woont dan achtereenvolgens in Wenen en Zürich en bezoekt tussendoor de oude familiewoonplaats in Bulgarije. De verteller wordt op een ruwe, bijna nietsontziende, maar zeer effectieve manier door de dominante moeder het Duits bijgebracht. Het is dit pan-Europese element, verteld op een schitterende wijze, waaraan deze memoires inhoudelijk hun aantrekkelijkheid ontlenen.

Lees verder