Het hoort al langere tijd tot mijn voornemens om een leesdagboek bij te houden. Ik heb daar altijd een beetje tegenop gezien, omdat ik vrees dat het mijn “wilde lezen” minder spontaan zou maken en mij dus zou kunnen afremmen. Ook lees ik vaak verschillende boeken naast elkaar, sommige maar deels en in andere blader ik slechts. Wat daarvan vast te houden? Aan de andere kant (en anderen hebben dat mooi beschreven) kan een leesdagboek ook een mooi houvast zijn om na verloop van tijd te zien wat en hoe je gelezen hebt. We gaan zien wat er hier van komt, maar het leek me aardig om dit met jullie te delen.

Blader vooruit naar:
Januari 
Februari 
Maart 
April 

Januari 2022

BoekA.H. Starmans, Psychologische analyse van het jeugddagboek van Frederik van Eeden (1939 – proefschrift Nijmegen).
Uitgelezen6 januari 2022
Dit is meteen wel een van de allermerkwaardigste boeken die je aan het begin van het jaar kunt lezen. De dagboeken van Frederik van Eeden, die zelf ook psychiater is geweest, worden aan een nauwkeurige analyse onderworpen, wat vooral betekent dat er veel geteld is. Zo wordt het aantal woorden per dag geteld dat Van Eeden besteedde aan zijn dagboek, inclusief fancy grafiekjes, van lang vóór de digitale wereld. De conclusies die worden getrokken, lijken toch wat van de koude grond.
BoekBernhard Lang, Joseph in Egypt: A Cultural Icon from Grotius to Goethe (2009).
Uitgelezen8 januari 2022
Een magistrale en boeiende studie over de verwerking van het bekende Bijbelverhaal over Jozef en zijn broers in de literatuur van ca. 1500 tot ca. 1800. Jammer is dat daardoor het dikke en complexe boek van Thomas Mann buiten de boot valt, maar er valt genoeg te halen. De auteur onderzoekt een aantal thema’s of perspectieven, zoals “Jozef als moreel voorbeeld” aan de hand van de geselecteerde teksten waarin het Jozef-verhaal is verwerkt. Hieruit blijkt maar weer de grote affiniteit tussen bijbelwetenschap en literatuurwetenschap (narratologie, comparistiek).
Leuk is dat ‘onze’ Hugo (de Groot) er een belangrijke rol in speelt, maar er zijn meer verwijzingen naar Nederlandse auteurs, waaronder Vondel en (zij het slecht op 1 plek) Lampo.
BoekEdwina Haagen, ‘Een meer of min doodlyken haat’. Antipapisme en cultureel natiebesef in Nederland rond 1800 (2010).
Uitgelezen12 januari 2022
Bij religieuze onderdrukking in de Lage Landen denkt men in eerste instantie aan de repressie door de Rooms-Katholieke Kerk, zeker toen de Spanjaarden nog de baas waren, maar na de Nederlandse Opstand werd het katholicisme maar oogluikend toegestaan en was er onder calvinisten een zekere afkeer en neiging tot onderdrukking van de katholieken. Deze studie beschrijft het antipapisme van rond 1800. Boeiend om te zien is dat er soms opvallende parallellen zijn te zien in de eigen tijd, waarin sommige maatregelen tijdelijk heten te zijn (en dat we er daarom niet zo over moeten “zeuren”), maar die soms langer duren dan gerechtvaardigd is.
Het argument van ‘tijdelijkheid’ kan hoogstens de pijn verlichten en hoop geven op de voorbijgaande aard van narigheid, maar het kan nooit een rechtvaardiging op zichzelf van die narigheid zijn. Het blijft nodig om ook op die rechtvaardiging zelf te reflecteren.
BoekPhilippe Ariès, Het uur van onze dood. Duizend jaar sterven, begraven, rouwen en gedenken (1977, vertaling 1987).
Uitgelezen16 januari 2022
Een boeiende cultuurgeschiedenis rondom de rituelen die met de dood te maken hebben.
De vertaling is niet slecht, maar ook niet vlekkeloos. De Fransen hebben een iets logischer zinsopbouw, ook in de bijzinnen (onderwerp, persoonsvorm, gezegde / object), waardoor het – net als bij Proust – soms toch helpt om het origineel, L’homme devant la mort, erbij te halen. Gelukkig hebben we die 2 kleine deeltjes ook in huis.
BoekRedbad Fokkema, Aan de mond van al die rivieren. Een geschiedenis van de Nederlandse poëzie sinds 1945 (1999)
Uitgelezen19 januari 2022
In mijn achterhoofd had dit boek een goede reputatie en een aansprekende titel, maar ik ben nog vóór de helft van het boek verdronken in de oeverloosheid, om maar eens een passende toespeling te maken. Ik begrijp dat bij literatuurgeschiedenis om een verschijnsel te duiden ook een stuk voorgeschiedenis nodig is, maar Fokkema begint bij Lodeizen (prima idee), maar verdwaalt ergens midden 19e eeuw, bij De Génestet, en J.P. Hasebroek en haalt nog Kloos en Perk ergens in het verband. Ik hou van essayerend proza, maar het krijgt hier iets heel gezochts en willekeurigs. Misschien moet ik nog een keer verderlezen.
BoekJoris van Casteren, Is u bekend met het alfabet? Verhalen uit een boekhandel (2016).
Uitgelezen22 januari 2022
Boekhandel Athenaeum, op het Spui in Amsterdam, is natuurlijk een van de bekendste en mooiste van Nederland, ontstaan door de inspanningen van Johan Polak, als eigenzinnig verkoopkanaal voor de bijzondere boeken van o.a. de eigen uitgeverij, Athenaeum-Polak & Van Gennep. Deze boekhandel heeft een roerige geschiedenis, met veel bijzondere gebeurtenissen en roddels, die smakelijk worden opgedist in dit zeer leesbare boekje.
BoekH. Gomperts, diverse essays uit Intenties 1 en 2 (1981).
Uitgelezen27 januari 2022
Een van de interessantste essayisten van 1940-1980 was Hans Gomperts, o.a. ook hoogleraar in Leiden. Afkomstig uit de school van “Forum” (Ter Braak, Du Perron) was hij een geestdriftig liefhebber van literatuur en huldigde hij het “personalistische” standpunt (zie vorm-vent-discussie). Daarmee was hij de tegenpool van tijdschrift Merlyn (Fens, Oversteegen, d’Oliveira), waarin men zijn inaugurale rede onder vuur nam. Desondanks had Kees Fens veel bewondering voor de kwaliteiten van Gomperts. Een van zijn boeiendste stukken in Intenties 2 is “Terug tot Simon Vestdijk”, een breed uitwaaierend essay over een van zijn geliefde schrijvers.

“Uit het beproeven van die mogelijkheden bestaat het essayistisch denken. Het essay is een poging van de auteur een nieuwe verhouding te vinden tussen zichzelf en zijn onderwerp en daarbij af te zien van het algemeen geldige dat hem niet vertegenwoordigt. De essayist is er niet op uit anderen zijn waarheden op te leggen, maar hij voert een pleidooi voor een eigen soort waarheid, een geïmproviseerde en kortstondige, die alleen zichtbaar wordt onder een bepaalde belichting als een zeldzame constellatie van hemellichamen. Een waarheid die men niet aanvaardt, die prikkelt tot tegenspraak, maar die de dingen niet onveranderd achterlaat. Er zijn essays die bestaan uit een aaneenschakeling van onjuistheden, maar van onjuistheden die te denken geven, wat niet van alle juistheden gezegd kan worden.”

BoekElie Wiesel, Dag (1961, vertaling 2007).
Uitgelezen29 januari 2022
Dit is het derde en laatste deel uit de trilogie Nacht, Dageraad en Dag. Een overlevende van de holocaust woont in New York, krijgt een verkeersongeluk, dat bij nader inzien wel erg op een zelfmoordpoging lijkt. Vast staat dat hij het liever niet overleefd had. Hij worstelt met zijn verleden. “Alleen als het stil is en als je van bovenaf in een winterse rivier kijkt, kun je goed over de dood nadenken.”
In mooi Nederlands vertaald door Kiki Coumans. Nacht las ik vorig jaar en dat smaakte naar meer.
BoekKees Fens, een grote selectie uit Leermeesters (1994).
Uitgelezen30 januari 2022
De maandagstukken van Kees Fens waren beroemd en berucht. Ze behandelden vaak dure boeken, eigenzinnige keuzes van Fens zelf, op een essayistische manier, vaak doorwrocht niet altijd even toegankelijk of “vlot” geschreven. Ik heb mij met name vermeid met de stukken over het oude christendom, Petrarca en Hopkins.

Februari 2022

BoekKees Fens, Nabij (2009, postuum).
Uitgelezen1 februari 2022
Een klein boekje met mooie, soms ontroerende, korte levensbeschrijvingen van overleden personen die Fens dierbaar zijn geweest. Gemeenschappelijk kenmerk van deze biografieën (soms: lijkredes) is de bewondering voor de betreffende persoon. Herkenbaar is zijn portret van Wim Bronzwaer (hoogleraar ALW in Nijmegen, in 1998 te jong gestorven). Opvallend is ook Fens’ bewondering voor zijn in veel opzichten tegenpool Hans Gomperts. Het boekje wordt afgesloten met een kenschets van Fens zelf, door Anthony Mertens.
BoekElie Wiesel, Dageraad (1960, vertaling 2007).
Uitgelezen2 februari 2022
Slachtoffer wordt beul en verliest daarmee zijn onschuld. Als lezer kruipen we in de huid van Elisja (18), die een gijzelaar moet doden t.b.v. de joodse zaak in Palestina, als vergelding voor de executie van een van de eigen medestanders. Elisja is zich ervan bewust dat dit een andere mens van hem maakt en worstelt met de afwegingen. De doden kijken en doen mee.
Het middendeel uit de trilogie dus als laatste gelezen, maar dat kan heel goed, want de verhalen staan volledig los op zichzelf. Verbindende schakel is vooral de verteller, de overlevende.
BoekBarbara Tuchman, Het eerste saluutschot. De Amerikaanse vrijheidsstrijd en de Republiek (1988, vertaling 1988).
Uitgelezen7 februari 2022
Onder Amerikaanse historici is het wel een geliefde bezigheid om hun vrijheidsstrijd eind 18e eeuw te vergelijken met de Nederlandse Opstand (= De Tachtigjarige Oorlog). De Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring bevat ook formuleringen die zijn terug te vinden in de Acte van Verlatinghe (1581). In dit boek gaat Tuchman hier uitgebreid op in. Wat zij echter vooral wil aantonen is hoe Europese mogendheden en met name de “Hollanders” van invloed zijn geweest op het resultaat van de Amerikaanse vrijheidsstrijd, door hardnekkig handel te drijven met de opstandelingen, tegen alle embargo’s in. Tegen de wens en protesten van moederland Engeland in worden er op die manier militaire goederen geïmporteerd in de Amerikaanse koloniën. Centrale rol is hiervoor weggelegd voor het door de Nederlanders gekoloniseerde St. Eustatius in het Caraïbisch gebied. Als een Amerikaans schip in de haven komt binnen varen met de “Continentale” vlag en saluutschoten lost, dan laat de gouverneur van St. Eustatius deze beantwoorden met saluutschoten, wat de facto de eerste erkenning is van de nieuwe Amerikaanse staat.
Het is een boeiend onderwerp om over te lezen, maar het boek lijdt aan twee euvels:
(1) De schrijfster springt vaak van de hak op de tak, valt daardoor vaak in (onnodige) herhaling, gaat na een introductie nog even in vogelvlucht de hele Nederlandse Opstand uit de doeken doen (voor een Amerikaans publiek misschien wel te begrijpen), maar maakt daarbij ook missers.
(2) De vertaling rammelt aan vele kanten. Soms hoort met het Engels er al te zeer doorheen, andere keren leidt het tot onbegrijpelijke zinnen.
Deze euvels maken dat ik het boek niet heb uitgelezen, maar na p. 50 selectief door de hoofdstukken ben gegaan.