Eerder dit jaar mocht ik de mooie uitgave uit 1671 van P.C. Hooft Werken aan mijn bibliotheek toevoegen. Onlangs kreeg ik de kans om een vergelijkbaar mooie uitgave uit 1738 van diens Brieven te kopen bij hetzelfde antiquariaat, De Zilveren Eeuw te Zwolle.
Binnenwerk & typografie
De uitgave is samengesteld door Balthazar Huydecoper, een letterkundige, taalkundige en historicus, onder andere bekend vanwege zijn Proeve van Taal- en Dichtkunde (1730). Het boek werd uitgegeven in 1738 bij Adriaan Wor en de “Erve G. onder de Linden”, te Amsterdam. De titelpagina laat een mooie tweekleurendruk zien en een vignet (waarover dadelijk meer).
Opvallend is de vermelding van Hoofts adellijke en ambtelijke titels op de titelpagina. De brieven zijn inhoudelijk ook vaak gerelateerd aan de beroepsuitoefening van Hooft.
Bijzonder fraai is het auteursportret, een gravure van J. Houbraken naar naar een tekening door J.M. Quinkhard van het schilderij van M. van Mierevelt. Van Tricht 1977 vermeldt nog: “Bij v. Mierevelt staat ter hoogte van de schouders ‘Aetatis 48 Ao 1629’, op de reproductie is dit niet zichtbaar.”
Er bestaan ook exemplaren met een ander, minder fraai portret, of waarin het auteursportret geheel ontbreekt. Zie bijvoorbeeld het exemplaar dat bij Zwiggelaar auctions verkocht is (link naar afbeelding hier).
De secties (Brieven, Redevoeringen) tonen een fraaie versiering bovenaan de pagina:
Het papier is van een degelijke kwaliteit, wat nog meer te zien is als je nog meer inzoomt.
Illustraties
De titelpagina bevat een fraai vignet, zoals we al zagen. Hieronder hebben we hem nog iets uitvergroot. Het is van A. van der Laan en toont een wapenschild, rijk aan ornamentiek, met daarin een hoofd met lauwerkrans (Hooft?). Interessant is ook de kroon met erboven een stralende zon, en dat wat een ambtsketen lijkt te zijn. [Aanvulling d.d. 15-4-2020: Perkamentus wees mij erop dat onderstaand wapen het heraldische wapen van Hooft is. Zie ook de Wikipedia-pagina over het geslacht Hooft. Op de pagina over Hooft zelf staat verder: “In 1639 verhief de Franse koning Hooft tot ridder in de orde van Sint-Michiel en werd hem de erfelijke adel verleend.”]
Op pagina III (de eerste pagina van de ‘Opdragt’ door Huydecoper) een allegorische afbeelding. Op de achtergrond zien we links het stadhuis van Amsterdam en rechts vaag nog het Muiderslot. Op de voorgrond een wapenschild met de spreuk: “Summo de lumine lumen”, geflankeerd door onder andere Vrouwe Justitia. Ook dit vignet is van A. van der Laan.
De brieven eindigen op pagina 570. Onderaan de betreffende pagina staat deze fraaie gravure van het Muiderslot, zoals het in 1617 (zie kleine lettertjes rechtsonder) moet hebben uitgezien. Van dit slot zijn op internet foto’s te vinden die vanuit dezelfde hoek zijn genomen, waaruit blijkt dat het huidige slot er nog steeds erg op lijkt.
De laatste afbeelding is een vignet, eveneens van A. van der Laan, dat we vinden aan het einde van de Redevoeringen, de verbeelding van een stralende zon, met de spreuk: “Omnibus idem”.
Perkamenten band
De perkamenten band is een beetje vlekkerig vuil, vooral op het voorplat, maar is verder in uitstekende staat. Het boekblok zit nog stevig aan de band, voor- en achterplat zitten nog stevig vast en zijn niet ingescheurd. Ook de ribben vertonen nauwelijks slijtage.
De achterzijde ziet er een stuk iets schoner uit.
Geraadpleegde literatuur
P.C. Hooft, Brieven [en Redevoeringen]. Amsterdam: Adriaan Wor & Erve G. Onder De Linden, 1738.
H.W. van Tricht e.a. (red.), De briefwisseling van Pieter Corneliszoon Hooft (tweede deel). Culemborg: Tjeenk Willink / Noorduijn, 1977.