Een fraaie uitgave van de werken van Alexander Pope stond al een tijdje op mijn verlanglijstje. Dat mag een mooi vormgegeven moderne, wetenschappelijke uitgave zijn of een oude druk uit de tijd van Pope zelf. Het is iets ertussenin geworden: een 9-delige, compleet genoemde uitgave uit 1803, waarin veel commentaar, toelichting en bijdragen van anderen (veelal lofzangen) over Pope zijn toegevoegd.

Over Alexander Pope

Alexander Pope (1688-1744) geldt als een van de grootste dichters en schrijvers uit de Engelse literatuurgeschiedenis, specifiek uit de “Augustan Age” (eerste helft 18e eeuw). Pope had te lijden onder een zwakke gezondheid en moet klein van stuk zijn geweest. Bovendien was hij van katholieken huize. Daardoor was een opleiding aan een universiteit niet mogelijk en moest hij buiten Londen wonen. Hij werd echter gestimuleerd door zijn vader. Door middel van thuisonderwijs wist Pope zich o.a. kennis van de klassieken eigen te maken. Pope was een tijdgenoot van en bevriend met Jonathan Swift, Joseph Addison en Richard Steele.

Al vanaf zijn vroegste jeugd was hij met schrijven bezig. Een belangrijk deel van zijn werk wordt gevormd door vertalingen en “imitaties”.

Over de werken van Pope

Tot de bekendste werken van Pope behoren: Pastorals (1709), An Essay on Criticism (1711), The Rape of the Lock (1712), Windsor Forest (1713), een vertaling van de Ilias (1715-1720) en de Odyssee (1725-1726), Elegy to the Memory of an Unfortunate Lady (1717), The Dunciad (1728), An Essay on Man (1734) en The Prologue to the Satires (1735).

Pope schreef zowel pastorale werken als kritische, meer of minder filosofische werken. Zijn werk is vaak satirisch van karakter. Zo gaat hij al op jonge leeftijd de (literatuur)critici te lijf in An Essay on Criticism (1711) en is zijn tweede grote werk, The Rape of the Lock (1712, uitgebreid in 1714), een zogenaamde mock-epic, waarin hij ironisch kritiek uit op de moraal en op de ijdelheid en lichtgeraaktheid van zijn tijd.

Een goede samenvatting van zijn werken is o.a. te vinden in Schoneveld (1983) en Erskine-Hill (2018), waaraan ook een deel van bovenstaande notities is ontleend. Zie ook de bibliografie onderaan dit artikel.

De versvorm die Pope graag en met grote beheersing gebruikte was het heroic couplet. Dit zijn gedichten in paarsgewijs rijmende vijfvoetige jamben. Een voorbeeld hiervan is al te vinden in zijn vroege werk, zoals An Essay on Criticism, waarvan hier de regels 9-16 worden geciteerd:

 ‘Tis with our judgments as our watches, none
Go just alike, yet each believes his own.
In Poets as true Genius is but rare,
True Taste as seldom is the Critic’s share?
Both must alike from Heav’n derive their light,
These born to judge, as well as those to write,
Let such teach others who themselves excel,
And censure freely who have written well.


(Pope 1803, deel I, pp. 229-230)

Ook filosofische gedichten, zoals An Essay on Man, zijn geheel in dit stramien geschreven.

Van Pope’s werk bestaan diverse moderne uitgaven, maar ook in de 18e eeuw werd zijn werk verschillende keren uitgegeven. Zo is er een editie van zijn volledige werken, verschenen 7 jaar na zijn dood: The Works of Alexander Pope Esq. In Nine Volumes Complete (1751), met commentaar en aantekeningen van Warburton (bisschop van Gloucester).

De editie uit 1803

De beste vondsten zijn altijd die waar men per ongeluk tegenaan loopt en die bij nadere bestudering unieker zijn dan men verwacht. Voor enkele tientjes werd ik eigenaar van een “complete” uitgave uit 1803 – ik heb nog even geaarzeld omdat deze editie bijna 60 jaar na de dood van Pope was verschenen en er geen prenten, frontispices of andere illustraties in te vinden zijn. (Het is altijd ook de vraag of die er niet in gezeten hebben, maar via Google Books heb ik al een aantal gescande delen kunnen bekijken en die hebben er ook geen.)

Een andere uitdaging, en dat maakt het verzamelen van oudere boeken zo spannend, is dat twee exemplaren vaak niet vergelijkbaar zijn, bijvoorbeeld omdat men de boeken particulier liet inbinden, dus hoe bepaal je of je een juiste prijs betaalt? De verkoper gaf nog aan dat hij deze set op internet voor enkele honderden euro’s zag staan, sommige zelfs € 1500, maar dat bleken bij nadere bestudering toch heel andere edities te zijn óf dezelfde druk met een heel andere boekband. Er zijn enkele specifieke uitgaven, waarvoor inderdaad een hoge prijs wordt gevraagd, b.v. de 1e druk uit 1715-1744, 1804, 1806 of 1822 – allemaal zeer fraai gebonden perkamenten of leren banden in een zeer goede staat.

Toch is ook de voorliggende editie uit 1803 redelijk schaars. Een kleine zoekactie traceert twee exemplaren die op internet te koop worden aangeboden, één in Londen (met halfperkamenten banden) en één in Florence (met halfleren banden). In beide gevallen gaat het om een andere binding, in een betere conditie dan de set hier op tafel, waarvan de band weliswaar versierd is met ornamenten, maar de ruggen ook wat doffer zijn geworden. Dergelijke verschillen maken elke set uniek. Het exemplaar uit Londen heeft behoord tot het eigendom van “almost certainly naval officer Charles Royer (d. 1854)”.

Over de uitgever

Wat de verkoper uit Londen in de beschrijving vermeldt over de uitgave, maakt een en ander nog interessanter. Het blijkt namelijk om een roofdruk te gaan:

“An attractive set with an interestingly complex continental history, printed by the Swiss piratical publisher J. J. Tourneisen, bound in Italy, and thereafter in the “British Library” in Malaga, with their stamps to endpapers. Tourneisen, free from the restraints of British copyright law, printed numerous British authors including Addison, Adam Smith, and David Hume, reflecting increased continental interest in British writing around the turn of the 19th century. With printing costs apparently cheaper on the continent, Tourneisen’s books were even imported to Britain, undercutting the domestic market, to the ire of British publishers and authors. This edition is uncommon, with Library Hub locating only two sets in British institutions (although better represented on the continent); interestingly, Lord Byron owned a set, which was auctioned at Christie’s in 1994.”

Dat verklaart wellicht ook waarom er zo weinig exemplaren zijn te vinden van specifiek deze editie; andere uitgaven uit de achttiende en het begin van de negentiende eeuw kom je vaker tegen, zij het meestal tegen een deftige prijs.

Uitgever Tourneissen, Thurneisen of Thurneysen (zie hier voor deze naamsvarianten, genoemd naar de voorvader) was gevestigd te Basel en omvat verschillende generaties. Hieronder een catalogus die is meegebonden in een van de delen uit 1803:

Over de uitgever krijgen we bij de Italiaanse verkoper nog interessante informatie:

“Lo stampatore svizzero Johann Jacob Thurneysen (1754-1803) fu attivo a Basilea dal 1779 (prima con Wilhelm Haas, poi con Abel Meriam e fino al 1791 con J. Lukas Legrand), Stampò testi legati all’Illuminismo quali l’opera di Voltaire e di Federico II di Prussia, fece anche edizioni “pirata” di autori inglesi quali Addison, Smith, Hume. Eludendo la rigida regolamentazione inglese sul copyright, queste venivano pubblicate a minor costo in continente ed importate in Inghilterra, facendo concorrenza agli stampatori locali.”

“De Zwitsere drukker Johann Jacob Thurneysen (1754-1803) was actief te Basel vanaf 1779 (eerst met Wilhem Haas, daarna met Abel Meriam en tot 1791 met J. Lukas Legrand). Hij drukte teksten gelieerd aan de Verlichting waaronder het werk van Voltaire en Frederik II van Pruisen, [en] maakte ook ook “piratenedities” van Engelse schrijvers zoals Addison, Smith en Hume. De strikte Engelse copyright regels omzeilend, werden deze [werken] goedkoper op het [Europese] continent gepubliceerd en in Engeland geïmporteerd, de lokale drukkers beconcurrerend.” (eigen vertaling)

Aan de basis van deze uitgave heeft waarschijnlijk een Engelse editie uit 1797 als basis gelegen.

Fysieke eigenschappen

De set die ik in handen heb, bestaat uit 9 delen en is compleet. De delen zijn stevig gebonden in rood halfleer (demi-reliure), zonder ribben maar met mooie, geornamenteerde rugversiering in goudkleur. De platten zijn gemarmerd, evenals de schutbladen.

Het binnenwerk is van handgeschept papier, het watermerk, door de manier van vouwen gespreid over 2 pagina’s, is met enige moeite te ontcijferen: M. HEUSLER. Door de vouw van de katernen valt de S meestal weg: HEU | [S]LER (in tegenoverliggende bladzijden: meestal 4+5 of 3+6). Met nog wat zoeken vinden we om wie het gaat (Gottwald 2004, p. 87, zie ook pp. 22, 140):

Es ist die Marke des Markus II. Heusler, der die Basler Mühle St. Albantal 41 von 1784-1839 betrieb.

Gottwald vermeldt op p. 22 ook uitgever Thurneisen.

De in Basel gevestigde familie Heusler was als papiermaker al in de 17e eeuw bekend (zie b.v. hier over ene Jakob II. Heusler, 1679–1727). Voor zover ik ben nagegaan zijn alle prenten en boeken met watermerk M. Heusler van rond 1800 en later. Het manuscript van b.v. een van de werken van de componist Johann Christoph Friedrich Bach (1732-1795) is op dit type papier overgeleverd (datering: 1775-1800).

Een tweede watermerk, alleen te vinden in de katernen die niet het eerste watermerk hebben, luidt: “Gr. Med[.]”, wat waarschijnlijk duidt op het oude (Zwitsere) papierformaat: “Groß Median“.

In een aantal delen zijn voor de negentiende eeuw toch wel typerende roestvlekken te zien, maar zelden hinderlijk. Sommige delen zijn grotendeels “schoon”.

Opvallend aan de titelpagina’s is dat er geen illustraties of grafische bijzonderheden zijn aangebracht. Verder is de volumenummering op de titelpagina in woorden weergegeven: “Volume the First”, etc.

De meeste pagina’s bevatten behalve de hoofdtekst een grote hoeveelheid voetnoten en toelichting, in een kleiner lettertype. De hoeveelheid “commentaar” is dermate dat het de pagina’s soms overwoekert en vaak 60-90% van de visuele ruimte inneemt.

De katernen in de delen zijn alle genummerd, zodat de boeken goed op compleetheid te controleren zijn. In alle delen behalve 2 is voorin een inhoudsopgave van het betreffende deel te vinden.

Deel 2 blijkt verkeerd te zijn ingebonden en begint met katern B i.p.v. A. Daardoor is voorin geen inhoudsopgave te vinden, deze is wel achterin te vinden, maar verkeerd gevouwen met de bladen aldaar, waardoor de paginavolgorde niet klopt:

385-386Epithaphs nr. VII
I-IV [drukfout]Contents of the Second Volume
389-390Epithaphs nr. X en XI
387-388Epithaphs nr. VIII en IX
393-394Epithaphs nr. XIII (eind) en XIV
391-392Epithaphs nr. XII en XIII (begin)
V-IV [drukfout]Contents vervolg
395-396Epithaphs nr. XV en blanco pagina

Provenance

De set heeft ook een interessante provenance. Voor mij persoonlijk is dit bij de aanschaf slechts een secundaire, ondergeschikte factor, maar vaak levert het wel een interessante speurtocht op.

Er zijn twee eigenaarskenmerken te vinden in de delen uit deze set: een handgeschreven naam (J.L.P.M. van Dijck en soms kortweg J. van Dijck) en een ingeplakt fraai ex libris van J.J.W.R. van Dyck (ij zonder puntjes). Het ex libris is ontworpen door A. van Starrenburg (zie hiervoor Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 31 – 1921, via DBNL, met dank aan Paul Prieckaerts, die in een reactie onder dit artikel o.a. deze aanvulling leverde)

Deze laatste Van Dijck levert bij Google onmiddellijk interessante treffers op: we komen op het spoor van huisarts Johan Jozef Willem Richard Van Dijck (1892-1976), die in Eindhoven praktiseerde en een brede culturele belangstelling had (zoals vroeger wel meer artsen en academisch geschoolden in het algemeen). Zie o.a. het in memoriam in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NtvG) van 1976. In het betreffende artikel wordt ook gewag gemaakt van zijn privé-bibliotheek die van een hoog niveau moet zijn geweest. Dat is interessant!

Grappig terzijde: als arts was Van Dijck ook al een vroege autorijder (vóór de Tweede Wereldoorlog). Zijn auto is te zien op foto’s en een filmpje uit 1935, bedoeld voor verkeersinstructie.

Via andere bronnen komen we meer te weten over deze bibliofiel. Zo vermeldt een artikel van Sjoerd van Faassen, over brieven van Stijn Streuvels, Van Dijck als “een arts en een bekende autografenverzamelaar” (bron: DBNL). De genoemde brieven maakten onderdeel uit van een veiling bij Bubb Kuyper in 2006 (dus 30 jaar na overlijden van Van Dijck). De catalogus, Autographs, manuscripts, documents: the collection of the late Dr J.J.W.R. van Dijck (Auction 44, 31 mei 2006) is via de tweedehands kanalen nog te koop.

Ook in 2005 moet bij Bubb Kuyper al een deel van de collectie, namelijk de “Elzeviercollectie”, zijn geveild:

“In the Netherlands, the ‘Elzeviriomania’ contagion never really spread, a phenomenon which can partly be explained by the lack of a strong bibliophile tradition. It is astonishing that Dutch private collectors in the past and in the present never seem to have bothered much to bring together representative collections of great Dutch books. P.J. Buijnsters, in his recent history of Dutch bibliophily, can only give a few examples of Elzevier collectors, among them Baron Willem Hendrik Jacob van Westreenen (1783-1848), whose collection of over 500 small Elzeviers together with his many other old and rare books now forms the core of the Museum Meermanno-Westreenianum in The Hague, the Liberna Foundation in Hilversum, and the Eindhoven physician J.J.W.R. van Dijck (1892-1976), whose nearly 700 Elzeviers and related books were auctioned by Bubb Kuyper in Haarlem as recent as 2005.” (bron)

In 1964 heeft Van Dijck al bij leven een deel van zijn collectie laten veilen, en wel bij J.L. Beijers in Utrecht: “A fine collection of rare and valuable books for the greater part from the library of Dr. J.J.W.R. Van Dijck, Eindhoven” (bron). Men wordt natuurlijk erg nieuwsgierig bij welke veiling onze set betrokken is geweest, en hoe deze (al dan niet via omwegen) in Maastricht terechtkwam, waar ik hem vond.

Volgens een andere bron, Literaire bruggenbouwers tussen Nederland en Frankrijk (Amsterdam, 2017, p. 124) is de collectie van Van Dijck verspreid geraakt en omvatte deze: “Autografen van Franse schrijvers, kunstenaars, geleerden, politici en de adel: brieven, manuscripten, archivalia”. Opvallend genoeg ontbreken hier oude drukken en Engelse literatuur.

Dat brengt ons bij het volgende punt: de handgeschreven naam J.L.P.M. van Dijck is niet zo snel thuis te brengen. Er is iemand onder die naam te vinden (in 1934 wonend te Eindhoven, “zonder beroep”, mogelijk tegen die tijd gepensioneerd) die aan het begin van de 20e eeuw Franse tekstuitgaven voor het Nederlandse onderwijs verzorgde (b.v. een geannoteerde editie van Victor Hugo, Hernani en de Fabels van Jean de La Fontaine).

Was dit wellicht de vader van deze bibliofiel? Of een ander familielid? Het handschrift en de inkt lijken er in elk geval op te wijzen dat ze ouder zijn dan het ex libris. Was deze set onderdeel van een erfenis? (Naschrift 13-10-2020: Inmiddels wees Perkamentus mij op deze bron, waaruit blijkt dat het inderdaad om de vader gaat).

Besluit

Samengevat heeft deze 9-delige uitgave van Alexander Pope mij al vele uurtjes uitzoekplezier bezorgd, en dan moet het eigenlijke lezen nog zo goed als beginnen. De negen delen bevatten samen ruim 3600 bladzijden, dichtbedrukt. Dit is werk waar je maanden in kunt verdwalen, zeker als je ook de kleine lettertjes met toelichting onderaan elke pagina tot je probeert te nemen. Aangezien er weer strengere Corona-maatregelen lijken aan te komen en we mogelijk weer een tijd binnen zitten, zou ik daar zomaar meer tijd voor kunnen hebben.

Geraadpleegde werken

Howard Erskine-Hill (2018), “Alexander Pope”. In: Oxford Dictionary of National Biography, 2004 – online versie laatst bijgewerkt in 2018.

Clytus Gottwald (2004), Die Handschriften Der Wurttembergischen Landesbibliothek Stuttgart. Zweite Reihe: Die Handschriften der ehemaligen königlichen Hofbibliothek, Sechster Band, Codices musici 3. Wiesbaden, 2004. Te raadplegen via Google Books.

Alexander Pope (1803), The Works of Alexander Pope, Esq. in nine volumes, complete with Notes and Illustrations By Joseph Warton, D.D. and Others. Basil (= Bazel), Printed and Sold by J.J. Tourneisen, M.DCCC.III.

C.W. Schoneveld (1983), “Alexander Pope”. In: A.G.H. Bachrach et al., Moderne Encyclopedie van de Wereldliteratuur, deel 7, pp. 303-304. Haarlem/Antwerpen, 2e druk.

WorldCat, “Thurneysen, Johann Jakob”. In: WorldCat Identities.