Onbekend maakt onbemind. Dat geldt in het bijzonder voor een groot deel van de Nederlandse literatuur uit de 19e eeuw, die eeuw van ‘braafheid’ en ‘domineespoëzie’. Op dat misverstand is door verschillende kenners is al vaker gewezen. Dat betekent echter niet dat de ‘schade’, door de Tachtigers aangebracht, meteen ongedaan is gemaakt. Ook voor een doorsnee neerlandicus is de literatuur van de 19e eeuw grotendeels onbekend.
Niet alleen maar domineesdichters
Verrassingen komen niet alleen. Enkele weken geleden verwierf ik, naast een aantal klassiek geworden handboeken literatuurgeschiedenis, ook een groot aantal eigentijdse uitgaves van 19e-eeuwse dichters en schrijvers, waaronder Willem Bilderdijk (zie ook deze aflevering), Nicolaas Beets, J.J.L. ten Kate, H. Tollens, P.A. de Génestet, Jacob van Lennep en Carel van Nievelt. Niet allemaal auteurs waarvoor nu nog warme belangstelling bestaat. Maar binnen die vaak fraai versierde boekbanden blijken soms wel degelijk juweeltjes verborgen. Zo blijkt de veelgesmade Ten Kate nogal wat buitenlandse literatuur vertaald te hebben, waaronder La Gerusalemme liberata van Torquato Tasso.