Er wordt soms wel wat meesmuilend gedaan over neerlandici, met name leraren Nederlands, die het leesplezier van jonge mensen zouden bederven. Ik vind die kritiek meestal nogal gratuit, omdat de spreker vaak al bij voorbaat een hekel had aan lezen, of aan inspanning überhaupt. Bij wiskunde of biologie hoor je zelden mensen beweren dat een bepaald onderdeel het plezier in die vakken tegen maakt. Ondergetekende is het levende bewijs dat onderwijs ertoe doet en dat goed literatuuronderwijs werelden heeft geopend die anders gesloten of moeilijker te veroveren waren geweest.
Een goede leraar Nederlands (of in een van de andere talen) maakt een wereld van verschil – ik had het geluk van drie goede neerlandici op onze school van klas 4 t/m 6. Goede leraren vormen sleutels tot de literatuur, naast de literaire werken zelf natuurlijk.
Een type boek waar talendocenten, in mijn tijd althans (1988-1990), “om didactische redenen” wat sceptisch en soms ronduit argwanend over waren: uittrekselboeken en boekjes met analyses van literaire werken. Dat zal vooral de vrees zijn geweest dat leerlingen ze in plaats van en niet naast de literaire werken zouden lezen. Mocht ik leraar zijn geworden, dan zou ik leerlingen juist uitnodigen om ook deze secundaire literatuur te lezen en daar hun eigen bevindingen tegenover te zetten. De leerlingen die geheel zelfstandig een authentieke mening over een literair werk vormen, zijn ook in de hoogste klassen van havo en vwo niet zo heel dik gezaaid en zo’n boekje over een boek kan de reflectie een vliegende start geven.
Voor mij, ook als adolescent, zijn boeken en artikelen over literaire werken juist vaak de sleutel geweest om beter te lezen, beter te snappen ook waar Het stenen bruidsbed van Harry Mulisch of Nooit meer slapen van Willem Frederik Hermans over gaat en wat er zo bijzonder aan is. Ze hebben bijgedragen aan mijn inzicht en kennis. Dit soort boekjes kon je toen in gewoon in de boekhandel kopen – naar mijn waarneming zijn ze een beetje uit de mode geraakt. Een van de bekende reeksen vormde de Memo-reeks van uitgeverij Walva-boek. Ik heb destijds, voor mijn mondelinge eindexamen, enkele van die boekjes gekocht dan wel geleend.
Veel uitgebreider en vaak ook gedegener waren in mijn ogen de deeltjes die bekend stonden onder de naam Synthese, van de Wetenschappelijke Uitgeverij. Een groot deel van die delen zijn uitgebracht in de jaren 1980-1990. Ook daarvan had ik er een aantal in huis. Ze vormen deel van mijn geheugen en vorming.
Daarnaast bestaan er boeken van dezelfde uitgeverij die ook Synthese of “Synthese – stromingen en aspecten” heten, en die over algemene literaire verschijnselen gaan, met name literaire stromingen of bewegingen.
Het boekje van Anbeek, Na de oorlog, was in ons propedeusejaar (1990-1991) in Nijmegen verplichte leesstof bij het vak “Literatuur na 1945”. Een spannende tijd was dat: je eerste jaar, helemaal gewijd aan taal- en letterkunde. Hermans, Reve en Mulisch kende je al, maar je leerde ook over Anna Blaman, existentialisme en de eigentijdse reacties op die “naargeestige” werken. Het boekje van Goedegebuure lag voor de hand gezien mijn grote affiniteit met Couperus, dandyisme en fin de siècle.
Van daaruit komen dan andere algemene studies op je pad, over naturalisme, symbolisme, modernisme en postmodernisme. Het boek van Fokkema & Ibsch geldt als een van de klassiekers over het modernisme (dat we bij Algemene Literatuurwetenschap lazen naast het bekende boek van Bradbury & McFarlane).
Bibliografie
Hieronder een overzicht van de titels uit de reeks voor zover ik ze heb kunnen achterhalen. Indien van asterisk voorzien, dan betreft het exemplaren uit de eigen collectie die ik dus zelf heb kunnen beschrijven. De andere titels zijn beschreven op basis van zoekacties op online bronnen, zoals zoekmachines en verkoopsites.
Aanvullingen en correcties zijn welkom via het e-mail adres dat staat vermeld onder contactgegevens of via Twitter DM. Dank alvast.
Algemene studies
*Anbeek, Ton, De naturalistische roman in Nederland. De Arbeiderspers / Wetenschappelijke Uit, Amsterdam, 1982. – 157p.
*Anbeek, Ton, Na de oorlog. De Nederlandse roman 1945-1960. De Arbeiderspers, Amsterdam, 1986. – 206p.
*Bakker, Siem, Literaire tijdschriften van 1885 tot heden. De Arbeiderspers, Amsterdam, 1985. – 495p.
*Bertens, Hans; D’haen, Theo, Het postmodernisme in de literatuur. De Arbeiderspers, Amsterdam, 1988. – 196p.
Busken Huet, Conrad, Tijgergenoegens. Een bloemlezing uit zijn werk samengesteld en van aantekeningen voorzien door Olf Praamstra. Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1986. – 217p.
*Dresden, S., Symbolisme. Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1980. – 256p.
*Fokkema, Douwe & Ibsch, Elrud, Het modernisme in de Europese letterkunde. De Arbeiderspers, Amsterdam, 1984. – 366p.
*Goedegebuure, Jaap, Decadentie en literatuur. De Arbeiderspers, Amsterdam, 1987. – 193p.
*Goedegebuure, Jaap, Nederlandse literatuur 1960-1988. De Arbeiderspers, Amsterdam, 1989. – 298p.
*Paardt, Rudi van der, Antieke motieven in de moderne Nederlandse letterkunde. Een eigentijdse Odyssee. Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1982. – 124p.
Stamperius, Hannemieke, Vrouwen en literatuur. Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1980. – 160p.
*Wilson, Edmund, Axels burcht. Creatieve literatuur 1870-1930. De Arbeiderspers / Wetenschappelijke Uit, Amsterdam, 1982. – 256p.
Woolf, Virgina, Schrijvende vrouwen. Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1981. – 209p.
Studies over één werk of auteur
*Anbeek, Ton, Over de romanschrijver Emants. De Arbeiderspers / Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1981. – 80p.
Bakker, Siem & Vos, Theo, Over Een tevreden lach van Andreas Burnier. Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1981. – 80p.
*Bindels, Rob, Over De uitvreter, Titaantjes en Dichtertje van Nescio. De Arbeiderspers / Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1982. – 162p.
*Boef, August Hans den, Over Nooit meer slapen van W.F. Hermans. De Arbeiderspers, Amsterdam, 1984. – 88p.
*Bolhuis, Arend Jan, Over De wandelaar van Martinus Nijhoff. Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1980. – 118p.
*Bork, G.J. van, Over De Kapellekensbaan & Zomer te Ter-Muren van Louis Paul Boon. Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1977. – 102p.
Brouwers, Jeroen, De spoken van Godfried Bomans – Analyse van het werk van Bomans (1913 – 1971). Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1982. – 134p.
*Bulhof, Francis, Over Het land van herkomst van E. du Perron. Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1980. – 88p.
*Bulhof, Francis, Over Politicus zonder partij van Menno ter Braak. Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1980. – 84p.
*Buurman, Henk, Over Een Hollands drama van Arthur van Schendel. Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1979. – 126p.
*Duytschaever, J., Over De verwondering van Hugo Claus. Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1979. – 114p.
*Francken, Eep, Over Het verboden rijk van J. Slauerhoff. Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1977. – 80p.
*Goedegebuure, Jaap, Over Rituelen van Cees Nooteboom. De Arbeiderspers, Amsterdam, 1983. – 78p.
Goedegebuure, Jaap, Tegendraadse schoonheid – Over het werk van Jeroen Brouwers. Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1982. – 98p.
*Groot, Jacob, Nieuwe Muziek. Een Herman Gorter Boek. Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1980. – 110p.
*Hubregtse, Sjaak, Over Op weg naar het einde en Nader tot U van Gerard Reve. Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1980. – 114p.
*Jansen, Frans A., Over De donkere kamer van Damokles van Willem Frederik Hermans. Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1976. – 88p.
*Klein, Maarten; Ruijs, H., Over Eline Vere van Louis Couperus. De Arbeiderspers / Wetenschappelijke Uit, Amsterdam, 1981. – 94p.
*Kummer, E. & Verhaar, H., Over De avonden van Gerard Kornelis van het Reve. Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1976. – 104p.
*Marks-van Lakerveld, Geertrui, Over Lijmen / Het been van Willem Elsschot. Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1977. – 74p.
*Marres, R., Over Terug tot Ina Damman en de andere Anton Wachter romans van Simon Vestdijk. De Arbeiderspers / Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1981. – 184p.
*Middeldorp, A., De wereld van Gerrit Achterberg. Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1985. – 240p.
Middeldorp, A., Over het proza van Marga Minco. Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1981. – 104p.
*Moor, Wam de, Over Willem Mertens’ levensspiegel van J. van Oudshoorn. Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1979. – 122p.
*Oosthoek, A.L., Over Terug naar Oegstgeest van Jan Wolkers. Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1976. – 79p.
Oudvorst, A.F. van, Over Opwaaiende zomerjurken van Oek de Jong. Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1984. – 135p.
*Paardt, Rudi van der, Over de Griekse romans van Simon Vestdijk. Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1979. – 118p.
*Paardt, Willem J. van der, Over de poezie van J. Slauerhoff. Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1980. – 136p.
*Pop, J., Over De koperen tuin van Simon Vestdijk. Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1976. – 84p.
*Raat, G.F.H., Over De hondsdagen van Hugo Claus. Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1980. – 98p.
*Reitsma, Anneke, In de taal zelf verscholen. Over de poëzie van Ida Gerhardt. Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1983. – 136p.
*Rover, Frans C. de, Over Het innerlijk behang van Hans Lodeizen. Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1978. – 108p.
*Ruiter, C. de, Over het proza van S. Carmiggelt. Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1979. – 146p.
*Schmitz-Küller, Helbertijn, Over Het stenen bruidsbed van Harry Mulisch. De Arbeiderspers, Amsterdam, 1977. – 84p.
Tromp, Herman, Over de jeugdboeken van Guus Kuijer. Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1982. – 101p.
*Truijens, Aleid, Over verhalen van F.B. Hotz. De Arbeiderspers / Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1981. – 114p.