Ik krijg wel eens de vraag welke boeken van Couperus nu werkelijk de moeite waard zijn en waarmee je het beste kunt beginnen. Onderstaande lijst is een lijst gebaseerd op persoonlijke voorkeur. Natuurlijk staat het eenieder vrij zijn of haar eigen leespad te bewandelen.
Wat zijn zijn beste romans?
- Van oude menschen, de dingen, die voorbijgaan…, echt een klassieker, een evergreen, bevat veel lagen, maar is desondanks goed te lezen op het verhaalniveau, bevat niet zo veel moeilijk leesbare zinnen.
- De stille kracht, spannend, mysterieus, in essentie anti-koloniaal.
- De boeken der kleine zielen, een soort Verfall einer Familie, qua niveau zeker gelijk aan de bekende roman van Thomas Mann.
- Eline Vere. Een Haagsche roman, de eerste roman van Couperus, deftig, soms wat melodramatisch, toch meeslepend en bedwelmend, met ironische blik op de toenmalige Haagse elite.
- Extaze. Een boek van geluk, een bijzonder boek, vol mystiek en Nietzscheaanse Lebensbejahung.
- De berg van licht, een van zijn beste historische romans over de oudheid, met veel mystieke en gnostieke elementen.
- Noodlot, een donker en somber boek over de vernietigende kracht van het noodlot en de werking ervan in (de jaloezie van) de mens.
- Psyche & Fidessa, twee prachtige sprookjes, die de andere, niet-naturalistische kant van de schrijver Couperus duidelijk laten zien.
- Antiek toerisme, nog een erg goede historische roman over de oudheid, over een wanhopige Romein, geknakt in de liefde, die raad zoekt en als (enigszins decadent) toerist door o.a. Egypte reist. Met een subtiele hint naar een passerende Maria en Jozef.
- Metamorfoze, een sleutelroman over zijn eigen schrijverschap, met een subtiele ironische verwijzing naar de rumoerige Beweging van Tachtig.
Met welk(e) boek(en) kun je het beste beginnen?
Om (beter) met het werk van Louis Couperus kennis te maken, zou ik toch beginnen met wat hem het meest typeerde en waardoor hij bekend is geworden, zijn zogenaamde Haagse en Indische romans: Van oude menschen, De stille kracht, Eline Vere – dat laatste boek alleen al omdat het zo beroemd is geworden. De boeken der kleine zielen is een prachtig, vierdelig werk, van Tolstojaanse allure en omvang: heftig en een dikke pil dus, maar ook hier loont geduld. Wie na bovenstaande iets kleiners wil lezen, en niet afkerig is van (liefdes)mystiek en fin de siècle, kan goed terecht bij Extaze. Een boek van geluk.
Welke boeken zijn minder goed?
Eerlijkheidshalve moet ik bekennen dat sommige van Couperus’ werken evidente kitsch zijn, waaronder zijn gedichten, maar ook enkele van zijn romans. Daarnaast experimenteerde Couperus met verschillende stoffen en vormen (zijn “verschillende pennen”), wat soms leidt tot heel extatisch proza, zoals in (het eveneens door Nietzsche beïnvloede) Dionyzos, dat bestaat uit veel opgewonden en opgeschroefd proza, met erg veel uitroeptekens in de tekst. Daar moet je van houden.
Waarom is Couperus nog meer interessant?
Ik ben zelf eind jaren ’90 intensief bezig geweest met de gnostieke, theosofische en andere levensbeschouwelijke elementen in het werk van Couperus. Zie bijvoorbeeld mijn artikel over God en goden in de bulletin van het Louis Couperus Genootschap. Daardoor ben ik ook erg gaan houden van werken die misschien literair niet tot het beste van Couperus behoren, zoals God en goden en Over lichtende drempels, maar die wel een interessante inkijk bieden in de denkwereld en de stof die de voedingsbodem vormen van veel van zijn romans, ook de Haagse.
Het toeval wil dat onlangs in het NPO-programma De Taalstaat het boek Noodlot werd besproken door een van mijn favoriete leermeesters: Maarten Klein, Couperuskenner en o.a. oud-docent aan de Radboud Universiteit. Onder zijn leiding heb ik halverwege de jaren ’90 enkele van mijn beste stukken geschreven, over Couperus natuurlijk.